Sara Seijffers

Op een schoolfoto van de Udense Openbare Lagere School hebben we haar wel eens gezien, 1 meisje tussen alleen maar jongens. Bij de klassennamen staat: meisje Wolf.

Collectie: Stichting het Uden-archief van Bressers, Sara Seijffers, midden voor.

 

Op de familiekaart in de Burgerlijke Stand van de Udense Joodse familie Bram en Rosa Wolf staat ook de naam van Sara Seijffers vermeld. Het meisje, de oudste dochter van de broer van Rosa Wolf-Seijffers, woonde vanaf 1922 in Uden bij haar oom en tante op het adres (thans) Veghelsedijk 34.

Bron: collectie Werkgroep Struikelstenen Uden, 2e huis van links: Veghelsedijk 34.

 

Sara was 6 jaar, afkomstig uit Apeldoorn, zou 5 jaar in Uden wonen en was dus leerplichtig. Meisje Wolf van de schoolfoto is het Joodse meisje Sara Seijffers die niet naar de R.K. Meisjesschool mocht/kon/wilde in het overwegend Rooms Katholieke Uden en daarom op de Openbare Lagere School tussen de jongens les had.

 

In 1924 werd in Uden de openbare lagere school een R.K. Jongensschool en is er voor Sara daar geen plaats meer. In de krant lezen we dat Sara met de tram vanuit Uden in Veghel naar de openbare lagere school gaat. Haar oom Bram vraagt samen met Sam van Zwanenbergh een tramvergoeding voor Sara en voor het dochtertje van Sam, Rosetje. In de Udensche Courant van 31-12-1924 lezen we:

 

S. Zwanenberg en A. Wolf, vroegen een vergoeding der reiskosten voor de kinderen, die naar Veghel met de tram naar school moeten 5 gld. per maand en per kind.

Van Helvoirt wil de vergoeding toestaan, ze betalen ook belasting. Kempkens vroeg of er nog meer kinderen hier waren die niet naar school konden gaan. Van Lieshout en Dr. Koning zeiden dat de kinderen van Slabroek ook door de bosschen moesten. Hij vindt het beroerd dat de kinderen naar Veghel moeten, doch zegt: wij hebben die schoolwetten niet gemaakt en zijn er daarom ook niet verantwoordelijk voor.

Van Boxtel: Ze kunnen naar Volkel gaan en als ze den wil hebben kunnen ze ook hier naar de meisjesschool gaan. Werd gestemd de vergoeding te geven of niet. Mr. Hengst tegen, Van Geffen voor, v. Kessel tegen, Jonkers blanco, Wintermans tegen, Dr. Koning tegen, Tiebosch voor, v. Boxtel tegen, v. Mil tegen, Kempkens voor, v. Lieshout tegen, Arts tegen, v. Helvoirt voor, dus verworpen met 8 tegen 4 stemmen en 1 blanco.

 

Er wordt beroep aangetekend n.a.v. deze uitspraak.

 

Bron: Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant 23-05-1925

 

 

In 1927 keert Sara terug in Apeldoorn, waar ze in 1934 met goed gevolg haar opleiding aan de Handelsavondschool afrondt, zoals we hiernaast in de Nieuwe Apeldoornsche Courant kunnen lezen.

Bron: Nieuwe Apeldoornsche Courant 18-05-1934

 

 

Ze gaat in 1936 in het Apeldoornsche Bosch, een Joods psychiatrische inrichting, werken als opzichteres van de keuken. Ze woont daar intern. Op 21 januari 1943 vindt er de bekende razzia plaats bij het Apeldoornsche Bosch. Bijna 1300 personen, waaronder patiënten, kinderen en verpleegkundigen, werden onder erbarmelijke omstandigheden weggevoerd naar vernietigingskamp Auschwitz. Sara zit echter niet bij de gedeporteerden. Ongeveer 150 personeelsleden en 80 patiënten wisten te vluchten. Zeer waarschijnlijk was Sara onder hen.

 

In de archieven treffen we Sara namelijk per 16-4-1943 aan in Amsterdam op het adres Nieuwe Kerkstraat 1a, 2 hoog. Volgens haar persoonskaart bij de Joodse Raad is ze verhuisd van het Apeldoornsche Bosch naar dit nieuwe adres, waar ze woont bij Abraham Peper, die op 20-7-1942 is getrouwd met Lina Leezer. Abraham Peper heeft een poos in de keuken van het Apeldoornsche Bosch gewerkt. Het lijkt erop dat Sara en Abraham elkaar daar van kennen. Op de persoonskaart staat vermeld dat ze 4 jaar de Handelsavondschool heeft gevolgd, dat ze een geschikte kracht is en haar gezondheidstoestand goed is. 

 

Door voor de Joodse Raad te werken had je een Sperre. Bij de Joodse Raad werken op dat moment om en nabij de 14.000 Joden. De Joodse Raad krijgt plots de opdracht er voor te zorgen dat op 25 mei 1943 7.000 van deze medewerkers van de Joodse Raad mee op transport moeten naar Westerbork. Zij moeten zich melden op de Amsterdamse Polderweg in Oost. Daar dichtbij ligt het treinstation Muiderpoort waarvandaan de trein zal vertrekken naar Westerbork. Slechts 500 Joden geven gehoor aan deze oproep, tot grote ergernis van de Duitsers. Sara, Abraham en Lina melden zich. Zij moeten urenlang op de trein wachten. Sara wordt op 25-5-1943 in geschreven in Westerbork in barak 58. Op 1-6-1943 gaat ze mee, net als Abraham en Lina, met het transport naar Sobibor en wordt daar op 4-6-1943 vermoord.

 

In het kleine fotoarchief van de familie Wolf wat in Uden is achtergebleven zit een foto waarvan onbekend is wie er op staat. De foto is gemaakt in Uden omstreeks 1935/1936. Dat is te zien aan de achtergrond die vaker op Udense foto's is gebruikt omstreeks dat jaartal. De stoel is zo herkenbaar, omdat menig Udenaar destijds met deze stoel op de foto is gezet door de lokale fotograaf. Het kan niet anders dan dat dit Sara is. Een foto van een mooie meid van rond de 20 jaar wordt in één keer een foto met een verhaal en Sara krijgt een gezicht.

 

Sara Seijffers zal in Apeldoorn een gedenksteen krijgen. Zie de website van Gedenkstenen Joods Apeldoorn:

https://gedenkstenen-apeldoorn.nl/

 

Bron: collectie Werkgroep Struikelstenen Uden, Sara Seijffers